Gebarentaal voor onze kinderen

Nieuws: op 25 mei stuurden wij een brief naar de Tweede Kamer, waarin wij alarm slaan over het beperkte gebarentaal aanbod aan dove en slechthorende kinderen. Hieronder staat een selectie uit deze brief. De hele brief vind je hier.

Ouders van dove en slechthorende kinderen willen NGT aanbod

De Nederlandse Gebarentaal (NGT) wordt wettelijk erkend, een belangrijke stap in de emancipatie van doven en slechthorenden in Nederland. Ook is de taal dankzij de inzet van tolken bij de Corona-persconferenties zichtbaarder dan ooit. Dat is goed nieuws voor onze dove en slechthorende kinderen. Toch maken wij ons zorgen. Want dove en slechthorende kinderen in Nederland krijgen nauwelijks de kans om NGT te leren.

De Wet Erkenning NGT is met name gericht op tolkvoorzieningen voor dove volwassenen. De belangen van dove kinderen worden hierdoor niet geborgd. Een doof kind wordt geboren zonder taal, en heeft dus in beginsel niets aan een tolk NGT. Om zich goed te kunnen ontwikkelen moet het kind zo snel mogelijk gebarentaal leren. Echter, door de manier waarop dove kinderen en hun (meestal horende) ouders op dit moment begeleid worden, wordt deze basisvoorwaarde vrijwel nooit gerealiseerd.

Communicatie tussen ouder en kind
Wij maken ons grote zorgen over het zeer beperkte gebarentaalaanbod voor dove kinderen en hun ouders. Normaal leren kinderen tijdens hun eerste levensjaren een taal van hun ouders. Echter, 95% van alle dove kinderen heeft horende ouders die geen gebarentaal kunnen bij de geboorte van hun kind. Gegeven de beperkte toegang tot gebarentaallessen is het voor deze ouders een bijna onmogelijke opgave om NGT te leren. Dit betekent dat de meeste kinderen in hun jonge jaren weinig taal aangeboden krijgen die voor hen volledig toegankelijk is. Ze lopen daarom een groot risico op taaldeprivatie en dit heeft ernstige gevolgen. Taaldeprivatie leidt tot een taalbarrière tussen het kind en zijn omgeving, en belemmert de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit leidt in veel gevallen tot grote sociale onzekerheid en psychische problemen. Deze problemen beïnvloeden het verdere leven van het kind. Het leidt tot ongelijke kansen en sociale exclusie van dove mensen.

Moeder van een dove dochter: "Ik ben toen maar de tolkopleiding gaan doen, niet omdat ik tolk wilde worden, maar om mijn dochter te kunnen helpen met haar huiswerk" (Bron: Woord & Gebaar 05-2020)

Wet- en regelgeving
Logischerwijs zou men concluderen dat het een absolute eerste levensbehoefte is voor ouders van dove en slechthorende kinderen om NGT-lessen aangeboden te krijgen, zodat zij zo snel mogelijk kunnen communiceren met hun kinderen, zoals ouders van horende kinderen dat ook kunnen. Helaas zien we dat de wijze waarop ouders op dit moment toegang krijgen tot gebarentaal, zeer afhankelijk is van de regio waar ze wonen én de manier waarop de instelling die voor die regio verantwoordelijk is omgaat met de invulling van het aanbod. Zo kan het gebeuren dat bij de ene instelling ouders privélessen krijgen, terwijl bij andere instellingen het aanbod minimaal is. NGT-lessen worden vrijwel nooit actief aangeboden, als onderdeel van een standaard begeleidingstraject, maar alleen als ouders er zelf nadrukkelijk om vragen.

Het is de vraag of Nederland zich hiermee voldoende aan internationale verdragen houdt. Het VN-Verdrag Handicap bevat een aantal artikelen over het recht op toegang tot gebarentalen. Bijvoorbeeld artikel 21 over vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie. In artikel 24 over onderwijs lezen we bij lid 3B dat Staten 'het leren van gebarentaal faciliteren en de taalkundige identiteit van de gemeenschap van doven bevorderen'. Het minimale aanbod dat we in Nederland zien staat in schril contrast met wat de Verenigde Naties heeft beoogd en waar Nederland zich aan heeft gecommitteerd.

Meer gebarentaalcursussen voor ouders en kinderen nodig
Er zijn meer en toegankelijkere NGT-voorzieningen nodig voor dove kinderen en hun ouders. Deze voorzieningen zullen leiden tot gelijkere kansen, minder psychische klachten en meer sociale inclusie.

Wij zien twee belangrijke voorwaarden om deze doelen te bereiken:

1. Ten eerste een uitgebreid aanbod van cursussen NGT voor ouders van dove en slechthorende kinderen tijdens de voorschoolse periode. Deze cursussen moeten veel verder reiken dan de beginselen. Ouders moeten de mogelijkheid krijgen om te komen tot beheersing van de taal op een niveau waarop zij volwaardig met hun kind kunnen communiceren in NGT. Ouders moeten in staat worden gesteld om deze cursussen intensief te volgen, en om daar zo snel mogelijk na de geboorte van hun kind mee te beginnen. De cursussen moeten actief en op maat aangeboden worden.

2. Ten tweede een NGT-leerlijn gedurende de schoolse periode. Als het kind eenmaal naar school gaat, moeten het kind en de ouders zich verder kunnen blijven ontwikkelen in NGT. Kinderen op speciaal onderwijs moeten de mogelijkheid krijgen om onderwijs volledig in NGT te volgen. Kinderen die met een tolk regulier onderwijs volgen hebben NGT-lessen nodig om hun taalvaardigheid te blijven ontwikkelen en de tolk kunnen blijven volgen naarmate de onderwerpen die op school behandeld worden steeds complexer worden. Deze leerlijn moet doorlopen tot het einde van de middelbare school. De ouders van het kind moeten de mogelijkheid om zich met hun kind mee te ontwikkelen.